Huisvesting voor spreeuwen rond voetbalveld

Zoals bij veel voetbalverenigingen hebben we in Hattem aan het begin van het voetbalseizoen vaak last van engerlingen en emelten.

Een engerling is de larve van een kever (onder andere de meikever, junikever, rozenkever, etc.). Engerlingen vreten aan de ondergrondse delen van de grasplant. Emelten zijn larven van een langpootmug en voeden zich met het groen van het gras. Niet alleen de engerlingen en de emelten richten schaden aan het sportveld aan, maar ook de kraaien en andere vogels die het sportveld omploegen bij aanwezigheid van engerlingen en emelten.

Door spreeuwen te laten nestelen rondom het veld waar engerlingen en emelten aanwezig zijn, kan voorkomen worden dat er schade aan de grasmat ontstaat. De spreeuw broedt soms twee keer per jaar en krijgt vier tot zeven jongen. Spreeuwen voeden zich met emelten en engerlingen. Deze bodemdieren dienen vooral als voedsel voor de jonge spreeuwen in het nest.

Bijkomend voordeel is dat spreeuwen vroeger in het jaar broeden dan de kraai en roek. De spreeuwen zijn in staat om met hun fijne snavel de larve uit de eigen gang te trekken. Roeken en zwarte kraaien daarentegen maken met hun sterke snavel een groter gat en beschadigen daarmee het sportveld. Soms worden meters graszoden omgewoeld. De spreeuwen ontdoen het sportveld van engerlingen en emelten, voordat roeken dat kunnen doen.

De mannen van “de dagploeg” hebben 20 spreeuwenkasten gemaakt en deze opgehangen in bomen rondom de grasvelden. We rekenen erop dat onze voetbalvelden op deze milieuvriendelijke wijze beter worden beschermd tegen de overlast van engerlingen en emelten. De methode wordt al een aantal jaren aanbevolen door de KNVB en succesvol toegepast op enkele Nederlandse golfbanen, die kampen met dezelfde problematiek.